Ga naar de hoofdcontent
interview: Kembra Pfahler

interview: Kembra Pfahler

naar aanleiding van de voorstelling The Way We Are and Future Feminism

Ik wil zowel horror als blijdschap verspreiden’

Bij Kembra Pfahler draait alles om het plezier van de horror. Haar werk is feministisch en provocerend, maar nooit kwaadwillend. Samen met associate artist ANOHNI, CocoRosie en Johanna Constantine richtte ze het kunstproject Future Feminism op. Met haar band The Voluptuous Horror of Karen Black speelt ze haar muziektheatervoorstelling The way we are. Een gesprek over haar werk en feminisme.

Hoe ben je begonnen met het maken van kunst?
‘Ik wilde altijd al een ander schoonheidsideaal creëren. Waar ik opgroeide in Los Angeles werd me gezegd dat ik mijn haar blond moest verven, tien kilo af moest vallen en plastische chirurgie moest laten doen - dan zou ik op tv kunnen komen. Het was allemaal nogal haatdragend, misogyn. Ze zeiden niet dat een meisje een surfer of wetenschapper kon worden. Maar gelukkig kon ik goed tekenen, dus ging ik naar de kunstacademie en verliet LA om naar New York te gaan.'

Wat gebeurde er in New York?
'Ik kwam voor het eerst in New York in 1979 toen ik zeventien was. Vaak komen mensen naar New York om de wereld te veranderen door middel van kunst. Voor mij ging het om het creëren van een nieuwe identiteit en het creëren van een nieuw vocabulaire van schoonheid dat elders verkeerd begrepen werd. Toen ik aankwam, leerde ik stille Super8-films kennen via Jack Smith, een extreme filmmaker die een paar straten van mij vandaan woonde. Ik had een rol in zijn film Shadows in the City. Ik besloot zelf filmlessen te volgen bij de Millennium Film Archives, en daar had ik mijn eerste vertoning: Films by Kembra Pfahler. Filmmaker Mike Kuchar, die de cursus gaf, beschreef mijn film als “wellustig gruwelijk”. Ik vond dat fantastisch. De gebroeders Kuchar inspireerden John Waters, die voor mij ook een grote inspiratiebron was. Dus zo heb ik in de jaren 80 veel films gemaakt.'

En deze omschrijving was de inspiratie voor je bandnaam The Voluptuous Horror of Karen Black, een band die vaak wordt omschreven als 'shockrock'.
'Ik zou het zelf geen shockrock noemen. Als ik wat wij doen een naam moest geven, zou ik kiezen voor theatraal muziekproject. Het waren stille films, dus besloten we er soundtracks voor te maken. Rond 1990 begon ik, samen met mijn toenmalige echtgenoot Samoa Moriki, de band The Voluptuous Horror of Karen Black. We boekten ons eerste optreden bij de Pyramid Club - we begonnen met het spelen van rockmuziek in combinatie met kunstperformances op het podium. Meer dan wat ook wilde ik met iets komen dat niet eerder vertoond was. We spelen nog steeds samen, ook nu we niet meer getrouwd zijn, en een aantal bandleden zijn al heel lang bij ons. We komen naar Nederland met Gyda Gash en Michael Wildwood. Allemaal hebben we andere projecten, andere bands en kunstprojecten. We hebben een heel avontuurlijke bandcarrière gehad. Niet alleen treden we op in rockclubs door het hele land maar we doen ook academische dingen, zoals optreden in het Whitney Museum. Wat we allemaal gemeen hebben, is dat we met ieder optreden de wereld willen veranderen.'

Je gebruikt vaak je eigen lichaam als onderdeel van je kunstwerk.
'Toen ik met kunst begon, werd me vaak gevraagd wat voor soort kunst ik maakte. Ik bedacht de term 'availablism': optimaal gebruik maken van wat er voorhanden is: mijn eigen lichaam en ideeën, en wat voor materiaal ik verder ook om me heen vond. Het was een manier om te ontsnappen aan de behoefte aan kunstbenodigdheden. Zo bedacht ik mijn acts, zoals bijvoorbeeld om gekleurde eieren op mijn vagina te breken terwijl ik op mijn hoofd sta. Ik had een ei in de koelkast en ik kan op mijn hoofd staan. Ik ben dol op het citaat van Oscar Wilde: “een ei is altijd een avontuur.”

De naaktheid en de wens om mijn lichaam te tonen is ontstaan vanuit een gevoel van schaamte. Ik voelde me lelijk. In plaats van op een man te wachten die me als zijn model zou willen, besloot ik mijn eigen muze te zijn. Ik heb geleerd van mijn lichaam te houden en het te gebruiken - niet op een pornografisch-seksuele manier - maar om een ander soort schoonheid te tonen. Ik heb nooit iets met mijn lichaam willen doen, tenzij het in het kader van extreme performance was.'

Over extremiteiten gesproken, op een gegeven moment heb je als kunstproject je vagina dichtgenaaid. Waarom deed je dat?
'Ik deed het omdat ik woedend was op het merendeel van de mannen die de wereld besturen. En het was een bijzonder krachtig beeld dat ik wilde maken. Ik heb het maar een keer gedaan en het had niks met fetisjisme te maken. De vrouwen die me hierbij hielpen waren verpleegkundigen, dus het gebeurde heel behoedzaam. De foto verscheen in het tijdschrift Penthouse. Nog steeds vind ik het de beste “fuck you” uit mijn hele leven. Het werd geplaatst omdat het kunst was; het was schokkend en mooi tegelijk. Het was betekenisvol, omdat het mensen die iets anders verwachtten deed walgen. De mannen die me zagen, vertelden me dat ze bijzonder geïntrigeerd waren en niet wisten of ze nu moesten kotsen of het aan de muur moesten hangen. Ik creëerde een gesprek.'

Wil je mensen vaak choqueren of bang maken met je werk?
'Ik denk wel dat horror een kunstvorm is die profetisch kan zijn. Het kan je wegwijs maken in de gesprekken rond onderwerpen waarover gepraat moet worden, zoals vrouwenhaat en repressie. Misschien oog ik soms hard, maar wat ik wil is zowel horror als blijdschap verspreiden door muziek en beelden. Het is een luxe om op te kunnen treden en creativiteit is een geschenk, dus het is geweldig om dat te delen! Ik mag dan zwarte make-up dragen, en op mijn hoofd staan terwijl ik eieren op mijn vagina breek, maar toch denk ik dat mijn voorstelling geschikt is voor alle leeftijden, zolang ouders hun verantwoordelijkheid maar nemen. Die moeten uitleggen: “Deze vrouw is een kunstenaar en ze gebruikt haar lichaam op een manier die haar of iemand anders geen kwaad doet. Maar het is geen goed idee om dit zelf thuis te proberen.” Door de kleuren en kostuums zijn kinderen dol op onze optredens. Ze voelen aan dat we er niet op uit zijn iemand kwaad te doen. Ze voelen het plezier.'

Samen met ANOHNI, Johanna Constantine en CocoRosie maakte je het Future Feminism kunstprogramma dat hier in juni wordt gepresenteerd, waaronder een tentoonstelling van de 13 stellingen die jullie samen maakten. Is dit proces van invloed geweest op hoe je naar feminisme kijkt?
'Ik ben heel blij dat de stenen in Amsterdam worden tentoongesteld; ze zijn schitterend en de dertien stellingen erop heel krachtig. Feminisme zit in onze botten en wat er nodig of mogelijk is, verandert met de tijd. Soms breken onze botten en moeten we ze helen, en soms zijn ze sterk en gezond en kunnen we springen en rennen. In de Verenigde Staten zie je op dit moment een grote verslechtering van vrouwenrechten, en dat is stuitend. Het voelt als het wilde westen, waarin vrouwen weer gereduceerd worden tot moeders of hoeren. De vrouwenhaat tiert welig. Tegelijkertijd is er een sterk tegengeluid van een jonge generatie, die misogynie probeert uit te bannen en die wil dat we allemaal samen leren leven.'

Wat kunnen we verwachten van je voorstelling The way we are?
'De voorstelling heet The Way We Are, wat verwijst naar de titel van een film van Barbara Streisand, The Way We Were. Ik leef liever in het nu. Ik verzon het woord 'yesterbating' om te illustreren hoe we de neiging hebben obsessief vast te klampen aan het verleden. Ik probeer niet romantisch nostalgisch te zijn. Maar ook ik doe nog altijd een aantal van mijn oudere performances. In Amsterdam gaan we een prachtige voorstelling in een prachtige ruimte geven. Ik maak alle kostuums en rekwisieten zelf. Een van mijn eerste kostuums was een groot bloemhoofd dat mijn moeder voor me maakte voor een lentefeest. Ik doe die performance al sinds 1981. Misschien doe ik wel een kleurige eierceremonie, maar dat heb ik nog niet besloten. Laten we het een verrassing houden: “gaan ze hun grootste hits doen?”'

Je geeft ook kunstles aan jongeren en organiseert hier in Amsterdam een workshop.
'Performance 101 is een workshop die jonge kunstenaars handvatten geeft om aan hun eigen projecten te werken. Ik ben hiermee begonnen omdat veel jonge creatieve mensen vastlopen. Deze workshop geeft handvatten om los te komen en gelukkig en productief te zijn. Een van de handvatten die ik aanreik, is stream of consciousness-schrijven. We praten over communicatievaardigheden en beelden onze ideeën uit - ik vind het geweldig om te zien hoe mensen schrijven, en we tekenen. Tekenen kan iedereen. Performances doen we uiteindelijk voor elkaar, of voor een publiek, als de groep dit wenst. Ik ben fel tegen artistieke concurrentie. Boven alles moet iedereen zich vrij voelen om te doen wat ze willen en te gebruiken wat er voorhanden is. 'Availablism' gaat om wat beschikbaar is in je omgeving, maar ook in je hoofd. Dat is wat ik uitdraag. Ken je het woord 'liminaliteit'? Dat is een prachtig woord om te kennen. Het betekent dat we de juiste sfeer kunnen creëren om dit ritueel te laten plaatsvinden.'

Interview door Evelien Lindeboom