Ga naar de hoofdcontent

Interview met Pichet Klunchun

Interview met Pichet Klunchun door Fransien van der Putt, mei 2025

De gerenommeerde Thaise choreograaf en danser Pichet Klunchun heeft een prachtige voorstelling gemaakt rond het erfgoed van de Khon-dans. Hij blaast deze klassieke Thaise traditie nieuw leven in. Cyber Subin, mede geproduceerd door het Holland Festival, combineert droomachtige, haast apocalyptische scènes met het concrete van een autonoom, alledaags lichaam, dat soms doet het denken aan de erfenis van de postmoderne dans, maar de voorstelling is ook een dans experiment met het publiek. 
De complexe choreografie van de klassieke Thaise dans komt voort uit de Mae Bot Yai (de "Grote Beginselen" of de "Theppanom canon"). Deze set van 59 houdingen dient als basis voor Khon, een vijfhonderd jaar oude, gemaskerde hofdans. Khon kenmerkt zich door opvallend voetenwerk, cirkelvormige stappatronen, soepele kniebewegingen en ritmisch stampen, naast uitvoerige hand- en vingerbewegingen, zoals lastige vingerkrullen en gestileerde poses. 
Klunchun (1971, Thailand) is bijna twintig jaar bezig geweest de belangrijkste houdingen van de klassieke Thaise dans te deconstrueren en terug te brengen tot zes principes. Het project, toepasselijk No.60 genoemd, zorgde ervoor dat de rigide houdingen zijn omgevormd tot zes meer flexibele elementen en structuren. Deze zijn toegankelijker voor mensen die minder bekend zijn met de traditie van Khon, en stelt hen in staat te spelen met het bewegingsrepertoire. No.60 geeft zo een verfrissende draai aan de klassieke Thaise dans. Het breekt met vastgeroeste tradities en benadrukt tegelijkertijd de gevoeligheid, energie en speelse intelligentie van de traditie. “Het creëert een complexe dialoog tussen traditie en innovatie,” schrijft Mekong Cultural Hub terecht. 
Samen met MIT-onderzoeker Pat Pataranutaporn ontwikkelde Klunchun een AI-systeem op basis van project No. 60. De AI stelt dansers en publiek in staat samen met een virtuele danser te improviseren. Door stembesturing kan de choreografie van de virtuele danser veranderd worden. In de voorstelling Cyber Subin leidt dit tot een hybride vorm van mens en machine, wrijving en synergie. De voorstelling toont de mogelijkheden van het combineren van immaterieel cultureel erfgoed, intelligente technologie en choreografie. 
  
Als ik Pichet Klunchun vraag naar de plaats van Khon-dans in het huidige Thailand, legt Klunchun uit dat Khon diep verankerd is in de Thaise maatschappij. Zo worden de Thaise koningen vernoemd naar Rama, het hoofdpersonage in de Ramakien, het epos dat de basis vormt voor Khon-dans. "Alle Thaise koningen heten Rama: Rama 1, 2, 3, 4, 5, enzovoort. De overheid draagt zorg voor Khon als cultureel erfgoed. Er zijn dertien scholen in Thailand waar je Khon kunt studeren. Maar ik maak geen deel uit van het College of Dramatic Arts; ik ben op een andere manier opgeleid. Ik trainde met mijn meester bij hem thuis."
 
Khon representeert de macht van elitaire, culturele tradities, vergelijkbaar met hoe ballet dat in het Westen doet. Klunchuns voorstelling stelt deze traditie open voor een veel bredere groep dansbeoefenaars, door de dialoog met AI, het betrekken van dansers en publiek, en zelfs een website om middelbare scholieren bij het project te betrekken. 
 

Cyber Subin

Pichet Klunchun, Pichet Klunchun Dance Company

11-13 juni

Muziekgebouw

 
Je hebt vele jaren Khon bestudeerd, vervolgens ging je naar de VS om dans te studeren in New York. Hoe heb je de verschillen tussen deze dansculturen ervaren? 
Als je in Thailand bij een meester studeert, maak je deel uit van een familie; ik noem mijn meester mijn vader. In zekere zin studeerden we geen dans, maar verdiepten we ons in een cultuur. Dansonderwijs bij een meester is zeer nauwgezet en spiritueel. In de Verenigde Staten ging het veel meer over techniek, over het lichaam en de onderdelen ervan. Dat was voor mij een moeilijke tijd. Ik moest leren navigeren tussen iets waarin ik geloofde en iets waar je met kennis werkt, technologie, wetenschap zelfs. Beide zijn prachtig. Maar hoe combineer je die twee? Het spirituele maakt me gelukkig, het geeft me een diepe verbinding met de geest, met mijn meester en mijn dans. De westerse benadering verbindt me meer met de wereld, met de verschillende talen die in het dansende lichaam aanwezig kunnen zijn. Na mijn terugkeer vanuit New York speelde dat ook op. Ik had aanvaringen met mijn meester, mijn vrienden op school, de Thaise samenleving als geheel. 
 
Hoe heb je de computer over Khon geleerd? 
Eerst gaven we de computer, via 'motion capture', de houdingen en vormen van de traditionele personages uit de oorspronkelijke Khon-dans. Daarna pasten we mijn analyse en de zes elementen toe. Vervolgens gingen de dansers repeteren met de AI en ontwikkelden ze hun eigen begrip ervan. 
 
En de dansers in dit project, zijn die allemaal klassiek geschoold? 
Ze hebben allemaal verschillende achtergronden. Eén komt uit Hongkong en is geschoold in moderne dans. Een ander studeerde klassiek ballet en komt uit Taiwan. Mijn twee Thaise dansers hebben traditionele Khon-dans gestudeerd.
 
Dus je hebt een soort pan-Zuid-Aziatisch verbond gecreëerd? 
Ik vind het belangrijk dat deze mensen uit verschillende culturen komen en kunnen reflecteren op het geheel aan kennis en ideeën dat in No. 60 besloten ligt. Het is een uitdaging als de dansers hun eigen keuzes maken. Ze hebben de optie om de AI te volgen, maar ze kunnen het ook negeren en hun eigen ding creëren. Dat is belangrijk. Ik sta er helemaal voor open dat de danser hier de ruimte en tijd voor neemt. Het is een soort vrijheid, vooral als je je realiseert dat het werk als politiek gezien kan worden, omdat Khon-dans deel uitmaakt van de koninklijke traditie. 
 
Ik zou denken dat je als Thaise danser meer 'geaard' was, minder geïnstrumentaliseerd, zoals dat in de westerse traditie dikwijls het geval is. 
Nou, dat weet ik niet, maar ik kan je één ding zeggen: als Khon-dansers traden we niet op voor een menselijk publiek, we traden op voor de goden. Daarbij treden we op als Khon karakters. De identiteit van de danser wordt nooit getoond op het podium.  
Deze botsing tussen verschillende dansculturen was ook het thema van je werk met Jérôme Bel. Waarom wilde je westerse dans bestuderen en uitvoeren? 
Ik wilde de 'doos vol geheimen' van mijn dans openen en omvormen tot een universele wereldtaal. Het spirituele van binnenuit combineren met de vele talen in de wereld.
 
Je draagt geen maskers of kostuums. Er is een soberheid in je werk – het concrete, het praktijkgerichte, het alledaagse – die me doet denken aan postmoderne dans. 
Toen ik uit New York terugkwam, wilde ik directer communiceren en spreken met het publiek. Ik wilde voor mezelf spreken, als mezelf, niet als een personage. Het eerste wat ik deed, was het masker afdoen, het kostuum uittrekken en direct communiceren. 
 
En zijn de goden ook verdwenen? 
De goden zijn verdwenen. Maar de 'spirit' van het lichaam is gebleven, de geest van die dans is nog altijd in mijn lichaam. 
  
Je zei dat het in Thailand politiek gevoelig ligt om aan de traditie te tornen en deze op een andere manier te laten zien. Dat je het publiek op het podium de interactie laten aangaan met de AI duidt op democratische waarden, zoals het delen van middelen en dat iedereen een stem heeft. Dat mensen direct met de AI de interactie kunnen aangaan suggereert ook een diepere relatie met de traditie. 
Als je de mogelijkheden van technologie en AI tot je beschikking hebt, kun je veel dingen controleren en daarover beslissen. Er zitten slechte en goede kanten aan. We zijn nu bijvoorbeeld een website voor middelbare scholieren aan het maken, Cyber Subin School genaamd. Traditioneel zijn Khon en politiek op een nogal specifieke manier met elkaar verbonden, omdat het iets van het hof was; het was een gebruik van de hogere kringen. Thaise jongeren zijn hier niet echt in geïnteresseerd. Maar de Cyber Subin-website kan interesse wekken en ze op een nieuwe manier verbinden met de Khon-traditie. Het kan nieuwe lichaamsbewegingen voortbrengen én de band met de traditie levend houden. Ik denk dat dit een voorbeeld is van hoe de mogelijkheden van AI positief kunnen worden ingezet: de mogelijkheden van technologie in dienst van een bepaalde waarheid, een praktische realiteit. Ik denk dat we samen een nieuw ecosysteem kunnen creëren. 
 
Wat bedoel je met 'ecosysteem'? 
We kunnen een ecosysteem creëren van cultureel erfgoed en technologie dat nieuwe generaties aanspreekt, en die zij kunnen beoefenen. Het verleden en het heden komen samen. Ik denk dat dát het nieuwe ecosysteem is. 
 
Hoe zie je de toekomst wat betreft AI? 
Ik weet niet hoe het zit in Europa, maar in Azië zijn AI en technologie volledig ingeburgerd en onderdeel van het dagelijks leven. Voor alles gebruiken we een app. Mijn zorg is dat als we te veel op AI gaan leunen, we onze menselijkheid, onze intuïtie, ons oerinstinct kwijtraken – de ongrijpbare aspecten die makkelijk verloren gaan. 
 
Dus je bent niet heel optimistisch over de toekomst van AI in de samenleving? 
Dat hangt ervan af. We zijn dit project bijvoorbeeld begonnen met een foto uit 1923. Honderd jaar geleden documenteerden ze Khon al. Van het tekenen van het menselijk lichaam gingen ze over op het maken van foto's. Dit archief wordt vandaag de dag nog steeds gebruikt. Maar met de foto's zijn we ook weer belangrijke dingen kwijtgeraakt, zoals de kijkrichting van de danser. Op de foto's kijken alle dansers naar de camera...
 
-