Ga naar de hoofdcontent

Interview met Jan van den Berg en Janine Brogt

Interview met Jan van den Berg en Janine Brogt door Willem Bruls, mei 2025

 

Het begon allemaal met een schilderij dat Jacob Coeman in 1665 in Batavia maakte, een portret van Pieter Cnoll, Cornelia van Nijenroode, hun twee dochters en twee tot slaaf gemaakte bedienden. Wie het doek bekijkt, ziet meteen dat het niet bepaald een Rembrandt is. Coeman was geen topkunstenaar. Volgens librettiste Janine Brogt vertrok hij misschien wel naar het verre Indonesië omdat hij in Nederland weinig opdrachten kreeg, maar toen theatermaker Jan van den Berg in Japan een kopie van het schilderij zag, raakte hij gefascineerd door één element: ‘de onmiskenbaar Aziatische ogen van Cornelia van Nijenroode.’

 

Otemba – Daring Women

Jan van den Berg, Janine Brogt

19 - 21 juni

Muziekgebouw

 

Ontembaar

Wat voorafging is een ongelooflijk verhaal: Cornelia bleek de dochter van een Japanse vrouw en een Nederlandse VOC-koopman. Ze kwam uiteindelijk in Batavia terecht waar ze trouwde met Pieter Cnoll. Tragischer wijze stierf hij al na vier jaar, waarna de weduwe een ongelukkig huwelijk aanging met een andere Nederlander. Deze was alleen in haar geld geïnteresseerd en daarom wilde zij scheiden - een revolutionaire eis voor een vrouw in de zeventiende eeuw. Het proces van de volhardende Cornelia kwam uiteindelijk in Nederland tot een eindoordeel, maar daarna verdween ze plots uit de geschiedschrijving. Cornelia streed onvermoeibaar voor haar recht. Voor vrouwen die zich niet lieten kisten werd destijds het woord otemba gebruikt, dat wil zeggen: ontembaar. Het is een woord dat naar verluidt vanuit het Nederlands in de Japanse taal terecht is gekomen.

 

Stof genoeg voor een voorstelling zou je denken, en daarmee hielden de ontdekkingen niet op. Van den Berg: ‘Op het schilderij staat rechts van Cornelia een jonge Indonesische man. Men vermoedt dat dit Untung Surapati is, een van de veertig tot slaaf gemaakte bedienden van de familie. Dat is met name gebaseerd op informatie dat Untung een favoriet van Pieter Cnoll is geweest. Uitgerekend deze Surapati werd niet veel later een van de vrijheidsstrijders van Indonesië.’ Brogt: ‘Het schilderij is gevuld met historische figuren die nog niet weten hoe belangrijk ze zullen worden.’

 

Connectie met de buitenwereld

Op het schilderij staat, rechts naast ‘Surapati’, ook nog een onbekend tot slaaf gemaakt meisje. We weten niet wij zij is, maar voor Janine Brogt vormde zij een van de aanleidingen om het verhaal met het hier en het nu te verbinden, met het hedendaagse Nederland: ‘Er is een connectie met onze wereld nodig bij dit historische gegeven. Ik werkte lange tijd als dramaturge bij Toneelgroep Amsterdam en tijdens de repetities hoorde ik de trams buiten langsrijden, waardoor ik weer een gevoel van connectie met de buitenwereld kreeg. Zoiets heb je nodig. In het libretto is het meisje verbonden met het centrale hedendaagse personage van Kirana Diah, die een Indonesische achtergrond heeft maar anno nu in het Rijksmuseum werkt als restaurateur. Zij raakt op haar beurt weer in dit schilderij geïnteresseerd door het personage van Surapati.’

 

‘De rol van Kirana wordt gezongen door de Nederlands-Indonesische sopraan Bernadeta Astari, die zelf een heel parcours heeft meegemaakt van Azië naar Europa. In het verhaal werkt zij aan de restauratie van Coemans schilderij, dat zich daadwerkelijk in de collectie van het Rijksmuseum bevindt. Op deze manier worden de koloniale geschiedenis van Nederland, het schilderij en zelfs het museum ter discussie gesteld. Kirana voelt zich niet echt op haar gemak in dat patriarchale instituut waar vooral kunst uit de koloniale zeventiende tot en met de imperialistische negentiende eeuw hangt. Zij voert haar eigen strijd.’ Om die reden heeft de voorstelling een tweede titel in meervoud: Otemba - Daring Women.

 

Magische klankwereld

De componist van de voorstelling is de Japanse Misato Mochizuki, die al eerder muziektheater componeerde maar vooral bekend is van orkestrale en vocale muziek. Regisseur Jan van den Berg: ‘Zij creëert twee verschillende klankwerelden voor de twee vrouwen. Omdat Cornelia heel langzaam tot leven komt in de voorstelling en als het ware uit het schilderij stapt, hoort bij haar een meer magische, geest-achtige klankwereld. Zij laat horen wat niet in woorden past, een soort onderstroom. Het idioom van Mochizuki is over het algemeen erg etherisch en dat effect wordt nog eens versterkt door het kleine ensemble van acht instrumentalisten die rond de zangers zitten. Zij omarmen hen als het ware, zoals zij ook de figuren op het schilderij spiegelen.’

 

Van den Berg heeft veel gereisd in Azië en vooral in Japan. Daar leerde hij eveneens de traditie van het Noh-theater kennen. Gezien de half Japanse afkomst van Cornelia is voor deze rol daarom gekozen voor een bijzondere Noh-performer en zangeres, Ryoko Aoki.

 

Brogt: ‘In het Noh-theater figureert vaak de geest van een overledene die op aarde terugkeert om iets recht te zetten. Vaak is dat wraak, maar dat hoeft niet zo te zijn. Het is duidelijk dat Cornelia, na haar rechtszaak en mysterieuze verdwijning, iets wil oplossen. In het begin is zij geïrriteerd dat iedereen aan “haar” schilderij zit en dat zij niet op een prominente plek in het museum hangt. Evenmin heeft zij veel waardering voor de koloniale beschuldigingen van de kant van Kirana. Totdat zij gaandeweg, door de wisselwerking met de opvattingen en levensgeschiedenis van Kirana, steeds meer tot leven komt en steeds meer begrip krijgt voor haar eigen positie als vrouw. Uiteindelijk nemen die twee vrouwen uit de zeventiende en de eenentwintigste eeuw samen een beslissing.’

 

"Management of change"

Jan van den Berg: ‘Computers, robots en video-projectie spelen eveneens een rol in het verhaal en de voorstelling. Eigenlijk minder prominent dan we oorspronkelijk wilden, maar het ambacht van het restaureren maakt ook gebruik van zaken als AI en scans. Met deze technische kant wil het mannelijke personage Miro, die de scanning robot bedient en die gezongen wordt door bariton Michael Wilmering, samen met Kirana een rationele analyse maken van het schilderij. Materialen en kleuren spelen een rol, maar ze zijn vooral nieuwsgierig naar de onderschildering of een oorspronkelijke schets, die meer over de geportretteerden kan vertellen en die eventuele wijzigingen blootlegt. Maar de technische, esthetische en materiële keuzes in het restauratieproces zijn ook een politieke daad over wat je doet en hoe je het doet. Het is een "management of change" dat de fluïditeit van de kunst laat zien.’

 

Brogt: ‘Door het restaureren komt de vitaliteit van het schilderij los. Door het groeiende bewustzijn kunnen de twee vrouwen daardoor het museum verlaten en de wereld inlopen. Dat het daar misschien guur is, is een ander verhaal.’