In EXTRA LIFE verweeft regisseur en choreograaf Gisèle Vienne herinnering, verbeelding en lichamelijke ervaring tot een intense visuele en emotionele voorstelling. In dit interview, met Vincent Théval voor het Festival d'Automne à Paris, gaat ze in op de thematiek die dit nieuwe stuk verbinden met haar eerdere werk. Wat betekent het om een gedeeld trauma te verwoorden binnen een patriarchale samenleving die structureel ontkenning produceert? Hoe kunnen licht, muziek, gebaren en taal samen een andere gevoeligheid oproepen? Vienne reflecteert op de politieke kracht van perceptie en het belang van samenwerking met haar performers. Vienne neemt ons mee in haar zoektocht naar een vorm die niet enkel vertelt, maar ook voelbaar maakt – waarin het heden, het verleden en een mogelijke toekomst elkaar raken.
EXTRA LIFE
Gisèle Vienne
28 – 29 juni 2025
Theater Bellevue - Grote zaal
Hoe sluit EXTRA LIFE aan bij je eerdere werk?
Al mijn werk is onderdeel van een doorlopend reflectieproces, waarin gebaren en de waarneming daarvan centraal staan. Elk nieuw stuk maakt deel uit van dat proces. Mijn eerdere werken beschouw ik niet als afgerond, niet statisch — ze blijven in beweging, evolueren, en vormen nog altijd een actief onderdeel van die reflectie. Veel ervan zijn nog steeds op tournee; we blijven eraan werken en erover nadenken. EXTRA LIFE opent een denkruimte via ervaring, het lichaam, taal en andere vormen van artistieke expressie. In dit werk verwoorden een broer en zus hun gedeelde traumatische ervaring van verkrachting. Ze benoemen ook hoe een patriarchale samenleving percepties vormt op een manier die tot ontkenning leidt. Het stuk onderzoekt deze mechanismen van ontkenning op dramatische en subversieve wijze, en laat zien hoe ze zichtbaar en begrijpelijk kunnen worden gemaakt. In Kindertotenlieder (te zien in het Holland Festival in 2021, red.) bijvoorbeeld, is de constructie van ontkenning voortdurend aanwezig. Verkrachting en moord worden expliciet benoemd, maar de dader probeert elke onthulling hardhandig te onderdrukken, terwijl de omstanders zwijgen. Het gaat hier niet alleen om het zichtbaar maken van misdaden, maar ook om het afdwingen van erkenning binnen een maatschappelijk kader dat juist gericht is op verzwijgen. Dit maakt duidelijk hoe concreet, lichamelijk en fundamenteel politiek de theoretische bevraging van perceptiekaders is — en hoe essentieel de rol van kunst daarin.
Door de mechanismen van ontkenning te doorgronden, kunnen we met EXTRA LIFE verder bouwen aan een mogelijke reconstructie, en werken aan het noodzakelijk herstel van een nieuwe gevoeligheid.
De titel EXTRA LIFE roept verschillende betekenissen op: het idee van een mogelijke reconstructie, een ‘extra leven’, maar ook de ervaring van een zich ontvouwend moment. Kun je hier iets meer over zeggen?
In het stuk ontvouwt zich een belangrijk moment voor de broer en zus, aan het eind van een nacht, in een paar uur waarin een opening ontstaat: een nieuwe, wederzijdse gevoeligheid die hen dichter bij elkaar brengt. De formele uitdaging is om – zoals bij Proust of Walser – te onderzoeken hoe een moment zich ontvouwen kan. In EXTRA LIFE maken formele dissonantie en collage-effecten, door hun ritmische en esthetische kwaliteiten, het mogelijk om verschillende lagen van perceptie te verbeelden, een vorm te vinden die de ervaring van het heden omvat, waarin verleden, heden, de verwachte toekomst, de geconstrueerde herinnering en verbeelding allemaal samenkomen. Ook ga ik nog een stap verder met mijn werk rond vormcollage, omdat dit direct samenhangt met het onderzoek naar denkprocessen.
Wat waren de belangrijkste drijfveren achter dit werk?
In 2018 begon ik concreet over dit project na te denken, onder andere door het werk van filosoof Elsa Dorlin, met name haar essay Self-defense: A Philosophy of Violence. De belangrijkste drijfveer was ook mijn verlangen om samen te werken met Katia Petrowick, Theo Livesey en Adèle Haenel, bijzondere kunstenaars met wie ik al lange tijd werk. Wat ik spannend en bijzonder vind aan de ontmoeting tussen choreograaf, regisseur en performers is hoe er een ruimte ontstaat waarin die elkaar kunnen toespreken en verstaan in een veelvormige taal. Wat ik de acteurs en dansers meegeef is een speelwijze, een vormtaal die ik al 23 jaar ontwikkel, en de performers dragen bij aan die ontwikkeling door er zelf mee aan de slag te gaan. In deze taal wordt het maken een dialoog.
Welke vormen nemen de verschillende creatieve middelen aan?
Het stuk is opgezet als een partituur voor zes personen: de drie vertolkers, muziekcomponist Caterina Barbieri, sounddesigner Adrien Michel en lichtontwerper Yves Godin. Met Yves werk ik aan een specifieke toepassing van lasers, die een immersieve, architectonische lichtsculptuur mogelijk maakt. Het licht speelt met zichtbare en onzichtbare structuren. Voor de muziek werk ik voor het eerst samen met Caterina Barbieri, die een modulaire synthesizer bespeelt, een instrument dat perfect past bij die lasers. EXTRA LIFE dompelt je in een warme, liefdevolle klank, alsof dat het medium van dit gevoel is. Caterina’s werk heeft de kleur van popmuziek, maar in een experimenteel register. Haar composities hebben een bijzondere muzikaliteit die voor mij de dramaturgie van de liefde weerspiegelt, met veel sensualiteit, maar ook andere emoties die muziek op een zeer precieze manier kan vatten. De tekst, met zijn verschillende taalregisters, ontstaat in dialoog met de vertolkers en onderzoekt hoe woorden kunnen verhelderen of juist desoriënteren. In onze zoektocht naar vormen die de betekenis van gebaren en non-verbale tekens onderschrijven – tegen hun ontwaarding, hun gedwongen zwijgen en veroordeling tot het abstracte, mysterieuze of onhoorbare – wordt een verschuiving afgedwongen van onze gewoontepercepties en hoe we de wereld
structureel horen en zien.
Dit interview is afgenomen voor het Festival d'Automne à Paris.