Laten we met een fundamentele vraag beginnen: je boek en podcast heten Emergent Strategy, en het project dat je naar het Holland Festival brengt heet To Feel A Thing, A Ritual for Emergence. Blijkbaar is het woord emergence belangrijk. Het is een vrij abstracte term, kun je uitleggen wat je ermee bedoelt?
‘Het gaat over hoe onze wereld werkt. De definitie die ik hanteer komt van de schrijver Nick Obolensky: “Emergentie is de manier waarop complexe systemen en patronen ontstaan uit een verscheidenheid aan relatief simpele interacties” - dit kan naar zowel positieve als negatieve patronen verwijzen. Waar ik me op richt is: hoe kunnen we begrijpen hoe verandering werkt zodat we onszelf beter kunnen organiseren? Zodat we meer rechtvaardigheid, liefde en gelijkwaardigheid en een gezondere relatie met de aarde kunnen bewerkstelligen.’
Wat bedoel je met 'onszelf beter kunnen organiseren'?
‘Ik schrijf vaak voor mensen die een positieve verandering in de wereld proberen te bewerkstelligen door het organiseren van sociale rechtvaardigheidsbewegingen. Emergent Strategy gaat over het omarmen van de complexiteit die een vijfjarenplan nooit voorspellen kan. Tegelijkertijd gaat het over het omarmen van ons vermogen om door kleine interacties de juiste omstandigheden te scheppen. Mijn favoriete schrijver, Octavia Butler, heeft het over verandering vormgeven: als we samenwerken kunnen we de juiste omstandigheden scheppen zodat er positieve dingen gebeuren.
Dit is niet alleen nuttig voor organisatoren. Ik wil dat iedereen het gevoel heeft verantwoordelijk te zijn en iets te kunnen bijdragen aan de staat van de wereld. Ieders keuze ondersteunt een wereldbeeld, of je je daar nu bewust van bent of niet. Dus als mensen zeggen dat ze zich niet met politiek bemoeien, steunen ze de status quo en dat is een daad op zichzelf – want zo ontstaan oorlogen en genocides. Ook probeer ik die mensen te bereiken die passief zijn, omdat ik denk dat er een heleboel zijn die het in zich hebben om een bijdrage aan de toekomst te leveren, of dit nu is door te organiseren of te zingen, of door hun manier van opvoeden of hoe ze voor anderen zorgen. Ze kunnen die rol op zich nemen. Ik wil mensen wakker schudden in hun volkomenheid.’
Wat inspireerde je om dit ritueel te maken?
‘Het begon met liedjes. Ik ben een schrijver van boeken, maar het universum stuurt me steeds liedjes! Doorgaans komen tekst en melodie in een keer bij me op, en neem ik ze op in mijn telefoon. Er staan duizenden liedjes op mijn telefoon. Toen ik dit aan een vriendin vertelde, bracht zij me in contact met het Oregon Shakespeare Festival. Die wilden me een opdracht geven voor een stuk met mijn liedjes, dus brachten ze me in contact met Troy Anthony die weet hoe je dit soort koorgemeenschappen opbouwt. Dit is de eerste keer dat ik met een koor werk en dat geeft zoveel voldoening. Toen deze nummers bij me opkwamen, kon ik die driehonderd stemmen om me heen al horen, dus het voelt alsof mijn dromen nu in het echt tot leven komen.’
Waar gaan de teksten over?
'Die zijn erg persoonlijk, maar we hebben ervoor gezorgd dat ze ook heel open en herkenbaar zijn. Ik schrijf over dingen die we allemaal meemaken: over overweldigd zijn, over impact op de wereld hebben, over overtuigingen die in de loop der tijd veranderen, over liefdesverdriet en rouw. Voor mij is het heel mooi, intens en heilzaam geweest om zoveel mensen mijn diepste emoties met me mee te horen zingen.’
Wat maakt samen zingen zo bijzonder?
‘Er is iets aan wat er kan gebeuren in een publiek dat samen zingt, dat anders is dan elke andere veranderende ervaring die ik ken. Koren hebben vele levens gered. In een koor zitten, vergt een bepaalde vaardigheid: je maakt deel uit van iets groters, dus je moet jouw deel brengen en je moet je dat afstemmen op alle anderen. Zodoende ontwaken we als een collectief op een nieuwe plek.’
Misschien voelt het niet voor iedereen natuurlijk aan. Hier in Amsterdam zijn wellicht minder mensen vertrouwd met zingen op deze manier.
‘Het is een cultureel experiment om dit naar Amsterdam te brengen. Het is niet zomaar koor, het is een gospelkoor, wat een bepaalde afkomst heeft. Amsterdam is cultureel meer georganiseerd en geordend, wij nodigen mensen uit meer gevoelens in een collectieve ruimte de vrije loop te laten. Je hoeft niet geweldig te kunnen zingen, kom gewoon uit nieuwsgierigheid, wees erbij en voel wat er in de zaal gebeurt.
Voor mij is het belangrijk dat mensen plezier en vreugde ervaren. Hopelijk denken mensen niet dat ze moeten doen alsof ze Amerikanen zijn, of als iets dat ze helemaal niet zijn. Stiller zijn kan nog altijd een diepgaande ervaring opleveren en ook vanuit stilte kunnen wezenlijke veranderingen plaatsvinden. Ik heb er vertrouwen in dat we iets zullen maken dat alles te boven gaat. De belangrijkste vragen zijn: hoe voelen we ons meer samen? En: hoe voelen we samen meer?’
Het is interessant dat je per locatie een andere versie van To Feel A Thing maakt, want in Nederland wordt vaak naar de Verenigde Staten gekeken als het gaat om sociale rechtvaardigheidsbewegingen. Tegelijkertijd is de vraag: hoe is de sociale situatie hier vergelijkbaar met daar?
De Verenigde Staten zijn geworteld in een cultuur van slavernij die zonder Nederland niet mogelijk was geweest. Zoals ik het zie, is er tussen ons een dans gaande: deze dingen gebeurden in ons land, op een manier waar dat van jullie van profiteerde. Ik zeg: oké, mooi, het is aan ons om hier samen aandacht aan te besteden. Wat betekent het voor ons, afstammelingen van slaafgemaakten, om hier te komen en een hedendaagse healing space te creëren voor zowel lokale afstammelingen van slaafgemaakten als voor mensen die afstammen van degenen die de slavernij mede mogelijk hebben gemaakt – of mensen die op zijn minst van deze omstandigheden geprofiteerd hebben? Ons stuk gaat daar niet direct over, maar dat is wel het erfgoed die de ruimte binnenstroomt waar we samen iets nieuws zullen genereren.
Ik werk altijd volgens het principe: er is in deze kamer een gesprek gaande dat alleen déze mensen, op dít moment kunnen hebben. Ik heb het gevoel dat dit een cruciaal moment is in de Nederlandse geschiedenis. We zijn ons er erg van bewust dat Nederlanders een jaar tegemoet gaan waarin ze terugkijken op de slavernij waar hun land ook een aandeel in had. Hoe zou dat kunnen voelen? Kunnen we samenzijn met moeilijke emoties als schaamte en schuldgevoel? Door verantwoording af te leggen kunnen we ook authentiekere interculturele relaties aangaan. We zijn erg enthousiast over het creëren van deze multiraciale en multiculturele healing space voor de mensen die dit willen. Het betekent heel veel om dit jaar mee te doen met ANOHNI als associate artist: zij is fenomenaal en ik vertrouw haar visie, dus dit voelt als een hele eer en ik wil de lokale bevolking goed van dienst zijn.’
Wat zou je willen dat mensen van deze ervaring opsteken?
‘We werken met lokale mensen die koorzangers werven en de muziek lang van tevoren instuderen, dus wat er op de 18e gebeurt, zal voortkomen uit een groep mensen die al maanden een gemeenschap aan het bouwen is. Het publiek wordt uitgenodigd om met die gemeenschap mee te zingen en te bewegen. Er zullen verrassingen zijn die we niet kunnen voorspellen, wij creëren alleen de voorwaarden. In New York stonden we bijvoorbeeld uiteindelijk middenin de zaal met een boel kinderen die het hart van het ritueel werden.
Ik hoop dat mensen samen blijven zingen. En dat ze manieren zullen vinden om emergente strategieën te organiseren. Vraag jezelf: hoe ziet transformatieve rechtvaardigheid eruit in deze context? Vooral omdat er teruggeblikt wordt op de slavernij: kunnen we, in plaats van bestraffend te zijn, hier ook iets uit voortbrengen? We moeten meer mogelijkheden genereren, niet alleen door de woorden slavernij en verantwoording uit te spreken, maar door echt de verhoudingen te veranderen.’
Interview door Evelien Lindeboom