Dit is een voorstelling uit het archief van Holland Festival
‘We geloven in democratische kunst. Dat een kind van vijf ernaar kan kijken en het snapt, maar ook iemand van negentig.’ Aldus Gilbert & George tegen Theo van Gogh in 1996. Deze laatste ontving het kunstenaarsduo in zijn legendarische programma Een Prettig Gesprek naar aanleiding van de expositie The Naked Shit Pictures in het Stedelijk Museum. Huba de Graaff, componist van onder andere de Apera (over de oorsprong van zang) en Pornopera (over de kunst van het kreunen) gebruikte het interview als libretto. In regie van Marien Jongewaard zingen acteur Xander van Vledder als Theo van Gogh, Nigel Robson en Christopher Robson als Gilbert & George en het Gala-koor deze ‘retropera’ over kunst, seks en religie, over moslims, tolerantie, liefde en de dood.
Achtergrondinformatie
‘The Naked Shit Songs gaat over een groot verlies. Verlies van vrijheid, verlies van een tijdperk.’
Zo omschrijft componist Huba de Graaff haar ‘retropera’ The Naked Shit Songs, die in het Holland Festival in wereldpremière zal gaan. In zijn serie televisie-interviews Een Prettig Gesprek (AT5) ontving Theo
van Gogh in 1996 het Britse kunstenaarsduo Gilbert & George. Het libretto van The Naked Shit Songs bestaat uit de integrale tekst van dit gesprek.
Volgens Huba de Graaff is in de evolutie de menselijke spraak ontstaan vanuit zang. In de opera wordt de tegenovergestelde beweging gemaakt: de zang ontwikkelt zich vanuit de gesproken tekst. Gezongen krijgen de woorden uit 1996 een andere lading. Spontane uitspraken over kunst, seks of religie krijgen een epische dimensie. Voor de componist staat het interview symbool voor een verloren gegaan tijdperk, waarin kunst een grote mate van vrijheid genoot. Het einde van dat tijdperk valt deels samen met de brute moord op Van Gogh in 2004.
De tekst van het interview heeft zij opgedeeld in zes scènes van telkens 1000 woorden met tot slot een coda.
Theo van Gogh wordt vertolkt door acteur Xander van Vledder, Gilbert & George worden door de Britse zangers (en broers) Nigel Robson en Christopher Robson gesproken en gezongen.
Sinds de late jaren zestig zijn Gilbert Prousch (1943) en George Passmore (1942) actief met performances en conceptuele kunst. Het duo is bekend om fotomontages waarin zijzelf, dikwijls naakt, figureren en waarin regelmatig sperma, bloed, urine, braaksel of uitwerpselen te zien zijn. Een voorbeeld daarvan zijn The Naked Shit Pictures (1994-95), in 1996 geëxposeerd in het Stedelijk Museum.
Biografie
Huba de Graaff (1959) studeerde viool aan het Sweelinck Conservatorium Amsterdam, sonologie aan de Universiteit Utrecht en compositie aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag. In de jaren ’80 en vroege jaren ’90 verkende De Graaff de mogelijkheid
om met nieuwe, veelal elektronische media nieuwe klankwerelden te ontsluiten. Een voorbeeld daarvan is Corenicken (1991), waarin gebruik gemaakt wordt van elektrische viool, slagwerk en verschillende bewegende geluidsbronnen. In hetzelfde jaar ontwerpt De Graaff de Japon Fuzz, een blikken jurk vol elektronica die geluiden teweegbrengt door de beweging van degene die haar draagt.
Hoewel haar composities van begin af aan een theatraal karakter hebben, legt De Graaff zich geleidelijk aan steeds meer toe op muziektheaterstukken. In Hephaistos (1997) en Lautsprecher Arnolt (2003) werkt de componist met het principe van de luidsprekeropera, waarbij de meerderheid van de karakters vertolkt wordt door bewegende luidsprekers. In Lautsprecher Arnolt werkt De Graaff met schrijver/regisseur Erik-Ward Geerlings en ontwerper Bart Visser, met wie ze in 2008 het muziektheatercollectief WILco opricht. De samenwerking met Geerlings zet ze ook voort na opheffing van dit collectief in 2015. Naast opera’s als De dood van Poppaea (2006) en Diepvlees (2009) creëert De Graaff een reeks muziektheaterproducties waarin de relatie tussen spraak en zang centraal staat. Na de Apera (2012) en Pornopera (2014) zullen in 2017 de ‘retropera’ The Naked Shit Songs en de ‘synchronopera’ Liebesleid in première gaan.
Credits
- muziek
- Huba de Graaff
- regie
- Marien Jongewaard
- dramaturgie
- Erik-Ward Geerlings
- cast
- Xander van Vledder (Theo van Gogh), Nigel Robson (George,tenor), Christopher Robson (Gilbert, countertenor)
- licht ontwerp
- Wilfred Loopstra
- video-ontwerp
- Willem Weemhoff
- ondertitels (arabisch)
- Bakhcha Mohammed
- musici
- Wiek Hijmans (elektrische gitaar), Tim Sabel (piano), Vasilis Stefanopoulos (contrabas), Onno Govaert (drums), Kristján Tryggvi Martinsson (toetsen en fluit)
- zang
- Amsterdams Galakoor onder leiding van Yt Nicolai en het reART Wereldmuziek Koor onder leiding van Selim Doğru
- meezinger
- Jasper Hupkens
- pre-recorded choir
- Nederlands Kamerkoor olv Peter Dijkstra
- pre-recorded
- trio Escapada (Emma Breedveld, Bence Huszar, Sebastiaan van Delft)
- decor
- Juul Dekker
- kostuums
- Bernadette Corstens
- kap/grime
- Nienke Algra
- stagiair kostuum
- Siebe ten Dam
- geluidstechniek
- Vid Ahacic
- technisch coördinator
- Huub Mars
- voorstellingsleider
- Janneke Lindner
- productieleiding
- Geertje Spaan
- publiciteit HubadeGraaff.com
- Lonneke van Eden/bureau TamTam
- grafisch ontwerp HubadeGraaff.com
- Emmy Visser
- zakelijke leiding
- Britt Verstegen
- coproductie
- Huba de Graaff, Nieuw West / Marien Jongewaard, Holland Festival
- met steun van
- Fonds Podiumkunsten
- naar een idee van
- Jan Elbertse